Honden

  • Vaccinaties
  • Ontwormen
  • Ontvlooien
  • Sterilisatie/Castratie
  • Chippen
  • Giardia besmetting bij hond/kat

Vaccinaties

Vaccinaties

Puppy's moeten gevaccineerd worden tegen ziekten als Parvo, ziekte van Weil, hondeziekte, leverontsteking en kennelhoest.

Deze entingen moeten bij jonge pups in een schema op zes, negten en twaalf weken leeftijd gedaan worden. Daarna zijn ze een jaar beschermd tegen deze ziektes. Vervolgens moeten de vaccinaties jaarlijks herhaald worden om deze bescherming te behouden.

Als je hond naar het pension gaat, dan is het bij veel pensions verplicht naast de gewone vaccinaties de kennelhoest neusenting te laten doen. Deze vaccinatie kan nog drie tot vier weken voordat hij naar het pension toe gaat gegeven worden.

Op deze manier heeft uw huisdier voldoende afweer gedurende de periode dat hij in het pension verblijft.
Als de hond meegaat naar het buitenland dan is een chip en de Rabies (hondsdolheid-) vaccinatie verplicht. De rabiesvaccinatie moet minimaal drie weken voor vertrek naar het buitenland gegeven worden. Verder moet de hond een officieel europees paspoort bij zich hebben. Dit paspoort krijgt u er meestal bij als u de pup ophaalt bij de fokker. Mocht u geen officieel europees paspoort voor de hond hebben, dan kunt u deze bij ons kopen.

Juist vaccineren begint al bij uw pup. Alle vaccins op voorraad.

Nieuw Vaccin L4 een goede bescherming tegen Leptospirose

Leptospirose is een bacteriële, besmettelijke ziekte die over de hele wereld voorkomt en wordt veroorzaakt door leptospiren. De ziekte van Weil is de bekendste door leptospiren veroorzaakte ziekte. Deze leptospiren worden via de urine van geïnfecteerde honden uitgescheiden en besmetten daarmee de leefomgeving (uitlaatplaatsen, grasvelden en stilstaand (zwem-)water). Een hond raakt besmet doordat leptospiren vanuit de leefomgeving via de slijmvliezen of wondjes het lichaam van de hond binnendringen. Ongeveer een week na besmetting treden de eerste algemene symptomen op (zoals verminderde eetlust, braken en koorts). Als de ziekte verergert gaan we uitputting zien, geelzucht, trillende spieren of bloederige diarree. Uiteindelijk worden de nieren aangetast en dit kan bij niet-gevaccineerde dieren tot de dood leiden.

Deze ziekte is een zoönose, dat wil zeggen dat ook mensen ziek worden van deze besmettelijke bacterie. Lichte besmettingen worden moeilijk herkend, daardoor wordt de diagnose in de praktijk soms niet of pas heel laat gesteld. De Leptospirose-bacterie wordt door knaagdieren (muizen, ratten) en besmette honden in de omgeving verspreid. Bij temperaturen van 18°C of hoger kunnen zij tot wel zes weken in de grond overleven en in warm, stilstaand water wel drie maanden en langer. Vandaar ook dat veel besmettingen zich in de warme zomermaanden voordoen.

Terwijl de afgelopen twintig jaar vooral twee leptospirosesoorten (Canicola en Icterohaemorrhagiae) voor besmetting van honden in Europa verantwoordelijk waren, worden steeds vaker ook andere varianten in West-Europa aangetroffen (Australis en Grippotyphosa).

De belangrijkste voorzorgsmaatregel tegen leptospirose is vaccineren. De huidige vaccins beschermen uitstekend tegen de twee 'oude' varianten, echter ze beschermen niet tegen de andere varianten. Om bescherming te bieden tegen deze nieuwe varianten van leptospirose is er nu een nieuw vaccin beschikbaar.

Om door middel van dit nieuwe vaccin(L4) een goede bescherming tegen leptospirose te krijgen moet er geboosterd worden. Dat betekent dat bij de eerste vaccinatie een tweede bezoek gepland moet worden, vier weken na het eerste bezoek, om de L4-vaccinatie te herhalen. Voor verder vragen hierover kunt u bij de assistente terecht.

Ontwormen

Ontwormen

Als een pup bij de teef vandaan komt is hij eigenlijk bijna altijd besmet met spoelwormen. Spoelwormlarven nestelen zich in het lichaam van de teef en blijven daar in een soort rusttoestand aanwezig. Als de teef drachtig wordt, worden de larven weer actief. Deze spoelwormlarven komen nu via de placenta en met de moedermelk mee en komen zo in de pup terecht.

Om de pup en de omgeving zoveel mogelijk wormvrij te houden, is het belangrijk dat u de pup op twee, vier, zes en acht weken leeftijd ontwormd.

Daarna mag de pup elke maand ontwormd worden tot hij/zij een half jaar oud is, en daarna vier keer per jaar.

De volwassen hond behoort vier keer per jaar ontwormd worden. Zo houden we de hond en de omgeving schoon van wormeitjes, zodat wij (mensen) minder kans hebben een wormbesmetting op te lopen.

Ontwormen kan met behulp van pilletjes of een pasta. Daarnaast zijn er ook pipetjes op de markt die, naast vlooien bestrijden, ook de wormen aanpakken.

Vraag ernaar bij onze assistente en zij kan u het juiste middel voor uw hond in de juiste dosering meegeven/aanraden.

Pups lopen hun eerste wormen op via moedermelk.
Pups lopen hun eerste wormen
op via moedermelk

Ontvlooien

Ontvlooien

Vanaf het vroege voorjaar tot laat in de herfst (afhankelijk van de buitentemperatuur) kan het voorkomen dat uw hond vlooien meebrengt in huis. Los van het feit dat uw hond er veel last van kan hebben is het voor uzelf natuurlijk ook niet prettig een vlooienplaag in huis te krijgen.

Om dit te voorkomen kunt u de hond beschermen tegen een vlooienbesmetting door middel van het toedienen van een goed werkend vlooiendodend middel.

Er zijn hiervoor pipetten van verschillende merken op de markt. Het middel dat wij veel gebruiken is Stronghold of Practic. Daarnaast is er nu een pil op de markt.

(Comfortis) die al binnen vier uur de vlooien doodmaakt en daarmee ervoor zorgt dat er geen eitjes gelegd kunnen worden, en dus de cyclus van de vlo direct doorbroken wordt. Zo’n pipet of pil werkt in het algemeen gedurende vier weken.

Het beste is dus om uw hond elke maand zo’n pil of pipet te geven van het voorjaar tot en met de herfst.

Honden die een vlooienovergevoeligheid hebben kunnen het beste het hele jaar door behandeld worden.

Vergeet bij het behandelen tegen vlooien niet om alle huisdieren tegelijk te behandelen. Zo houd je de vlooien buiten de deur!

Sterilisatie/Castratie

Sterilisatie/castratie

Sterilisatie van de teef is een chirurgische behandeling waarbij we de eierstokken uit de buik verwijderen. Deze eierstokken produceren de vrouwelijke geslachtshormonen waardoor een hond gemiddeld twee keer per jaar loops wordt. Verwijder je deze hormoonproducerende orgaantjes, dan heeft dat als voordeel dat de hond niet meer loops wordt, en dus ook niet meer drachtig kan worden.

Verder heeft steriliseren op jonge leeftijd het voordeel dat het beschermend werkt tegen het ontwikkelen van melkkliertumoren.

De beste tijd om een teef te laten steriliseren is tussen de eerste en de tweede loopsheid in (d.i. ca. drie maanden na de eerste loopsheid). De meeste teven zijn dan ca. negen á twaalf maanden oud.

Als u er meer over wilt weten, vraagt u ernaar als u op de praktijk bent. Tevens kunt u dan een afpsraak voor deze ingreep inplannen met de assistente.

Chippen

Chippen

Eigenaren zijn verplicht hun pup die geboren is na 1 april 2013 te laten chippen voor of uiterlijk op de leeftijd van zeven weken. Voor alle honden geboren voor 1 april 2013 geldt deze verplichting niet. Maar het wordt door ons wel geadviseerd om ook bij deze dieren een chip te laten plaatsen. Als u uw hond laat chippen is hij/zij namelijk altijd te identificeren. Mocht uw hond, om wat voor reden dan ook, in handen van de politie, dierenbescherming of een dierenarts komen dan kan men de chip uitlezen en contact met u opnemen.

Ook als u met uw hond naar het buitenland gaat dient deze gechipt te zijn. Op dit moment is circa 70% van de honden door de eigenaren op vrijwillige basis van een chip voorzien. Het besluit wordt naar de Tweede Kamer gestuurd.

Zie het artikel hieronder van het Landelijk Informatie Centrum Gezelschapsdieren. Dit artikel is inmiddels bekrachtigd en de maatregel gaat per 1 april 2013 in.

Artikel september 2012 LICG:

Alle hondenpups moeten verplicht worden gechipt. Deze maatregel gaat vermoedelijk in het voorjaar 2013 in. De ministerraad heeft ingestemd met dit voorstel van staatssecretaris Bleker van Economische

Zaken, Landbouw en Innovatie om misstanden in de fokkerij en handel met honden tegen te gaan en het welzijn van honden te verbeteren. Vanaf het voorjaar van 2013 wordt elke eigenaar verplicht zijn hond binnen zeven weken na geboorte te laten chippen. De eigenaar moet onder meer zijn naam, adres en woonplaats registreren. De gegevens van de eigenaar worden opslagen in een databank. Met deze gegevens kunnen toezichthouders mogelijke illegale handel of fokkerij opsporen of nagaan of iemand bedrijfsmatig handelt in honden. Bij een mishandelde, verwaarloosde of achtergelaten hond is met de chip de eigenaar op te sporen.

Het kabinet geeft met de maatregel gehoor aan het verzoek van veel partijen om verschillende problemen in de handel en fokkerij met honden te bestrijden.
 

Giardia besmetting bij hond/kat

Giardia besmetting bij de hond of kat

Een veel voorkomende oorzaak van diarree bij de hond/ kat is de Giardia parasiet. De klachten van Giardia besmetting komen voor op alle leeftijden, maar lijkt meer gezien te worden bij jonge dieren. De symptomen die we zien variëren van bijna normale ontlasting tot diarree met slijm of bloed en zelfs tot waterdunne ontlasting. Soms zien we ook braken en gewichtsverlies naast de diarree.

Giardia is een protozo (een klein eencellig beestje) die zich voortplant via oöcysten (een soort eitjes). Deze oöcysten komen via de ontlasting van de gastheer (hond/ kat) naar buiten en vormen zo een besmettingsbron voor andere dieren (of hetzelfde dier dat ze uitscheidt kan zich hierdoor herbesmetten). De diagnose Giardia wordt gesteld door het laten onderzoeken van de ontlasting van de hond/kat.

Omdat de oöcysten niet elke dag in de ontlasting verschijnen kan het zijn dat je de diagnose mist, als je ontlasting laat onderzoeken van slechts één keer poepen. Vanwege de intermitterende uitscheiding (uitscheiding met tussenpozen) van de oöcysten, is het belangrijk dat er ontlasting wordt nagekeken van minstens drie keer ontlasten.

Als de diagnose Giardia gesteld wordt, is de behandeling een kuur van vijf dagen. Daarnaast is het erg belangrijk om de ontlasting op te ruimen en het achterwerk van de patiënt goed te wassen, ten minste tot en met laatste dag van de behandeling, om herbesmetting te voorkomen. Dit kan je met water en een hondenshampoo of milde handzeep doen.

Verder is het belangrijk om de omgeving van de hond (mand/ kussen/ drink- en voerbak/ auto) goed te reinigen met een goed schoonmaakmiddel. Heet water kan de infectieuze deeltjes dood maken. één minuut bij 100 graden, of vijf minuten bij 70 graden is voldoende. Goed laten drogen is ook belangrijk, omdat infectieuze deeltjes in een vochtige omgeving heel lang infectieus kunnen blijven.

Bij hardnekkige infecties moeten de andere huisdieren in hetzelfde huis, of de dieren waarmee veel contact is ook behandeld worden. Dit in verband met het feit dat dieren ook dragers en uitscheiders kunnen zijn, zonder dat ze zelf klachten vertonen.

Symptomen Giardia

  • Diarree
  • Buikpijn
  • Winderigheid
  • Slijm bij ontlasting
  • Algemeen ziek en sloom

Niet elk dier dat besmet is met Giardia wordt ziek.

Vermoedt u dat uw huisdier besmet is met deze parasiet, neem dan contact op met onze praktijk op telefoonnummer 074 - 277 00 10.


Levenscyclus Giardia

Terug naar de dieren